Geplaatst op Geef een reactie

26 september 2010

In Friesland, waar ik natuurlijk veel vis omdat ik daar woon, kent men het fenomeen ” Fjildman” . Een fjildman is een persoon die sterk met de natuur verbonden is. Zijn bezigheden zijn sterk verweven met de tijd van het jaar. In het voorjaar zoekt hij kievitseieren, in de zomer doet hij aan nazorg en in de herfst gaat hij vissen. In de winter breidt hij nog eens een fuik en maakt hij eendenkorven. Enfin, door zijn werkzaamheden is de man veel buiten en heeft hij een aardige kijk op het weer. Nu wil ik mijn vismaat Popke wel met een fjildman vergelijken. Een man met gevoel voor de natuur in ieder geval en daar hoort dus ook het weer bij. Maar toen we vanmorgen kozen voor een visserij op een kanaal was dat puur op basis van de kennis die door prognoses van diverse computermodellen was verschaft. Niet door “it gefoel” van de fjildman. De voorspellingen: Een dikke noordoosten wind in de richting van kracht 5 en regen, veel regen. Gekleed op de situatie die ons deel zou worden zaten wij dus in de boot. Dikke regenjas, goede regenbroek en onder het mom van slecht weer bestaat niet, alleen slechte kleding konden wij de dag aan. We vingen zelfs na niet al te lange tijd onze eerste vis. Een snoek van tegen de zestig. Daarna togen we naar een verticaal stek waar we onze dropshots te water lieten. Popke verticaalde ook een fireball. De mist die door het windstille weer nog een beetje bleef hangen zou in onze ogen snel verdwijnen als de wind op zou steken. We vingen een paar baarzen en een paar snoekbaarzen. Geen grote exemplaren maar er gebeurde regelmatig wat en dat is waar het om gaat. En verdwijnen deed de mist, maar niet door de wind. De zon was het die de ochtenddampen liet verdwijnen en al snel begonnen we het behoorlijk warm te krijgen in onze pakken. Een paar collega vissers verschenen op het kanaal en aan de route die zij kozen konden we zien dat het geen onbekenden waren op dit water. Sommige stekken zijn bij meerdere mensen bekend en worden dus steevast afgevist. De zon brak nog verder door en van wind kwam maar niets. De marteling van hete soep moesten we nog ondergaan. Tsjonge jonge het werd bijna afzien. Maar moedig sloegen we ons door deze meevallende weersomstandigheden heen. Zo scharrelden we regelmatig een baars en een snoekbaars bij elkaar met daar tussendoor zo nu en dan een snoekje. Aan het einde van onze beoogde visdag stond de teller op 13 vissen waarvan er eigenlijk niet een uitschieter bij was. Alleen een echt knappe baars die Popke wist te vangen. Aan het einde van ons parcours wilden we de fireballs nog een keer te water laten. Na een na zwemmende snoek gemist te hebben konden we een mooi exemplaar haken van tegen de 70 cm. Popke ving nog een dito snoekbaars en daarmee kwam ons eindtotaal op 15 vissen vandaag. Bruin, rozig maar vooral voldaan denk ik toch even terug aan die fjildman. Hij moet altijd even ” in it waar sjen” (even naar het weer kijken) en daar zijn keuze van visplaats vanaf laten hangen, niet van computermodellen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *