De voercampagne startte op zondag 22 april.
Met het voornemen om deze ook gedurende de gehele week vol te houden maar door
allerhande omstandigheden was dat er totaal niet van gekomen. Maandagavond
onverwachtse werkzaamheden, dinsdag idem dito en vergadering, woensdag naar de
loting van een kaatscompetitie die binnenkort van start gaat en op donderdag
uit eten. Kortom het was niet eerder dan op vrijdag dat ik weer in staat was om
te voeren maar ook dat kwam er niet van. Perikelen in het kaatshokje waren
daarvan de oorzaak. Dus toen ik gisterenavond met Popke even ging vissen, omdat
ik nu wel kon voeren, was de hoop niet hoog gespannen. Sterker nog, de koude
wind uit het noordoosten maakte het er zelfs onprettig op. Ik nam dus ook maar
geen camera mee. Popke koos de luwe zijde van de brug en ik ging aan de
overzijde van de vaart aan dezelfde luwe kant vissen. Al tijdens het peilen van
de diepte raakt ik vast en verspeelde ik mijn eerste tuigje. Gelukkig kon ik
met enig kunt en vliegwerk nog mijn pennetje redden. Ik besloot op de
uitnodiging van Popke in te gaan en gewoon naast hem plaats te nemen. Ik tuigde
de hengel opnieuw op en peilde hier de diepte. Twee maiskorrels prijkten op de
kleine haak. Het pennetje stond prachtig uitgelood met net het oranje tipje
boven water. Door de golfslag zo nu en dan net onder de waterspiegel. Het
duurde niet lang of ik kreeg een aanbeet. Ik sloeg. Voelde een beetje weerstand
maar de vis schoot los. Ik controleerde mijn haak en kwam tot de conclusie dat
die absoluut scherp genoeg was. De haak werd opnieuw voorzien van twee
maiskorrels en het geheel herhaalde zich. Wederom een aanbeet maar ik wist de
vis wederom alleen te voelen. Tot vier keer toe herhaalde dit fenomeen zich en
toen haakte ik eindelijk een vis. Ik ga er maar vanuit dat het dan iedere keer
om een andere vis gaat en de ervaring leert dat je eerst een aantal blei of
brasem vangt dus die theorie gaat dan goed op. Des te hoger mijn verbazing dus
toen ik de contouren ontwaarde van een heuse schubkarper. Een pondje of zes.
Geen camera bij me maar gelukkig bracht de oude nokia telefoon uitkomst. Na
enig blue tooth getover kwam het bestandje ook nog op mijn Mac terecht zodat ze
hier staat afgebeeld. De eerste vis van het karperseizoen is meteen een karper.
Nu begrijp ik wel dat dit zes pondertje in de ogen van vele karper vissers een
plaatsje verdient in het knollenparadijs maar in mijn beleving is iedere
karper, net als ieder snoek, snoekbaars of welke vis dan ook, een potentiele
recordvis dus ik ben zeer content. Morgen vis ik weer een paar uurtjes en laat ik dan maar het cameraatje weer meenemen.
Categorie: 2012
Nazorg
Een eerste inventarisatie.
Met het snoekseizoen wat dicht is komt de andere hobby naar voren.
Mijn vorige vertellingen gingen al over het zoeken van de nesten van
weidevogels in verband met de nazorg. Om u eens een klein beetje inzicht te geven
in wat daar zoal bij komt kijken heb ik zo’n nazorg morgen eens een camera
meegenomen en daar een klein filmpje van gemaakt. Het filmpje spreekt voor zich
denk ik.
Kieviten
Wie de titel van mijn blog gelezen heeft weet
dat er niet louter visverhalen op mijn blog terecht komen. Dit is ook een niet
vis verhaal. Het gesloten seizoen voor roofvis is voor mij een mooie pauze. Aan
de ene kant om mijn voorraad voor aankomend seizoen aan te vullen en aan de
andere kant om iets aan nazorg te doen. Nazorgen doe je, bij de vogelwacht van
Mantgum, als verplicht onderdeel na het daadwerkelijk zoeken van kievitseieren
voor consumptie. Na het ontvangen van het laatste SMS bericht waarin staat dat
het quotum bereikt is en dat je moet stoppen met zoeken naar kievitseieren. In
de praktijk komt het er op neer dat we reeds in die eerste periode aardig in
het vizier hebben welke soorten vogels en aantallen daarvan in onze nazorg
gebieden huizen. Dit jaar was dat niet anders. Een aantal “vroege” kieviten ging
al snel aan de leg en dat zijn de eieren die in de eerste periode vaak geraapt
zijn. Maar er zijn altijd kieviten die later komen. Later beginnen en die
vallen meteen onder de nazorg. In dit droge voorjaar gingen deze laatkomers ook
niet meteen aan de leg maar na de regen van vorige week is er een ware
eierregen in het land ontstaan. In no-time nesten vol. Vandaag kijk ik even een
uurtje met Popke in zijn nazorg gebied. Ik had nog een onvervulde wens. Ik
wilde een kievit op het nest filmen. Pogingen in het vorige jaar leidden tot
niets. Ik maakte toen gebruik van een klein statief dat ik op een dikke meter
van het nest, voorzien van een mooi hoesje van camouflage stof, plaatste. Het
gevolg was dat het vrouwtje van het betreffende span kieviten de zaak vanaf
vijftig meter afstand al niet vertrouwde en dus niet terugkeerde naar haar
nest. Omdat ze niet te lang van haar eieren mocht zijn brak ik mijn pogingen
bijtijds af. Ook andere pogingen konden op eenzelfde behandeling rekenen. Na
wat “fjildmannen” geraadpleegd te hebben
nam ik hen advies ter harte. Gewoon ongecamoufleerd neerzetten en op een iets
grotere afstand beginnen. In het filmpje kon ik mooi nadien checken hoe lang na
het verlaten van het veld door ons mensen, de kievit zich weer op het nest
waagde. Op de kop af drie minuten en 45 seconden. Overigens hebben we haar niet
zien terugkeren. De film toont twee keer een lopende kievit. Waarschijnlijk is
de eerste kievit die in beeld komt van een ander nest dat ten opzicht van het
nest in beeld 15 meter naar links ligt. Het gedrag van deze kievit mag men ook
bij de tweede verwachten. Je ziet haar keurig verkennend, de camera
bestuderend, naar haar nest terugkeren. (Had u ze zien liggen die eieren?) Even
later spat ze nog een keer van het nest, waarschijnlijk door een overvliegende
kraai. De tweede keer is ze duidelijk minder schuchter en loopt ze linea recta
naar het broedsel. Als je de auto in beeld ziet verschijnen ziet je de kievit
onmiddellijk reageren. Bij het betreden van het land door de personen in beeld,
heeft ze de beide heren onmiddellijk in de gaten. De afstand waarover ze dit
doet is ongeveer 75 meter. Prima oogjes dus die kieviten. Wat me vorig jaar
niet lukte ging dus vandaag in één keer. Meer volgt!
https://youtube.com/watch?v=afl_Mkxj1wA%3Fhl%3Dnl%26fs%3D1
24 maart 2012
“Moarn noch mar efkes in lyts loopke?” Met die woorden
spraken Popke en ik vandaag af voor een combinatie dag kievitseieren zoeken,
schuine streep, vissen. De dag begon zonovergoten maar gedurende de dag werd
het steeds kouder. Zeker toen de zon verdween achter de wolken, werd de
noordenwind koud, erg koud zelfs. Een de kieviten, ach sommigen zijn er aan toe
en anderen hebben de leg al uit maar er is geen rust in het veld en dan blijft
het gokken. We gokten één keer maar bleven kieviteierenloos. Ook de
snoekbaarzen lieten niet echt van zich horen. Uiteindelijk lukte het om op een
kanaal vanaf 3 meter diepte een snoekbaars te verleiden met een dode spiering.
Daarna bleven onze driften zonder enige aanbeet. Zelfs snoeken waren niet te
verleiden. Uiteindelijk lukte het ons om bij een brug een snoekje te
verschalken maar daarna wederom geen activiteiten. Rillend voeren tegen de wind
in terug naar de trailerhelling. We vingen zowaar nog twee snoeken. Het laatste
stukje verticalen we. Na wat meerkoeten en futen op de film te hebben gezet en
wederom huiverend van de koude wind besloten we er om even voor vijven mee te
stoppen. Vier vissen.
https://youtube.com/watch?v=QUSHSZpqh7c%3Fhl%3Dnl%26fs%3D1
17 maart 2012
Alleen een filmpje!
3 maart 2012
Vandaag vis ik alleen. Mooi want eigenlijk heb ik twee
doelen vandaag. Ten eerste wil ik eens een nieuw stukje viswater verkennen. Ten
tweede moet ik als rechtgeaarde Fries natuurlijk smoel op het terrein, qua
kievit activiteiten krijgen. Dat betekende in beide gevallen vissen, stukje
varen, vissen, stukje varen en onderwijl goed om je heen kijken. Het is de tijd
van het jaar. Dus naast de vergunning, de eierzoekkaart & nazorgpas in de
binnenzak en naar de trailerhelling. Daar staat Jan te kijken. Omdat ik alleen
ben vraagt hij uit de gein of Popke en ik soms ruzie hebben. Maar Popke was net
voor mij, samen met Geert al naar een andere stek vertrokken.
Het snoekseizoen is gesloten, alleen snoekbaarzen mag nog.
De “fjildman” benut de mogelijkheden die de jaargetijden hem biedt. Nu
classificeer ik me niet als “veldman” maar ik probeer alleen maar aan te geven
dat er voor ieder jaargetijde, allen met hun specifieke mogelijkheden, iets
anders op stapel staat. Drie weken terug stonden we nog op de schaats, waarom? Omdat
het kon en zo is het met kievitseieren zoeken net zo. Hoewel, het kan inderdaad
nog, maar niet zonder daarvoor het nodige terug te doen. Ik wil daar niet
dieper op ingaan maar het vrije veld, je vrijelijk kunnen bewegen door
landerijen, behoort reeds lang tot het verleden. Zo is er door allerhande
beperkingen al veel te veel kennis van het veld verloren gegaan. We zijn zelfs
al zover dat de naam “Fjildman” al tot discussie zou kunnen leiden en moeten
worden omgevormd tot “fjildminsk” . Goed, ik vis dus vandaag. Heb uitsluitend
last van snoeken die slecht op de hoogte van de visserijwet zijn en vaar een
kleine 35 kilometer in totaal. Onderweg scharrel ik een vijftal snoeken bij
elkaar. Ik verken nieuw water, ken de gemiddelde dieptes en heb, voor beide initiële
doelen, een aantal potentiële “hotspots” ontdekt.
https://youtube.com/watch?v=e8lUQAhekSo%3Fhl%3Dnl%26fs%3D1
26 feb 2012
Koning winter deed zijn intrede pas in februari van dit
jaar. Dat is op zich natuurlijk jammer omdat februari eigenlijk de laatste
snoekvismaand in Nederland is. Nu heb ik zo mijn bedenkingen bij een gesloten
tijd voor snoek, snoekbaars en baars maar dat ter zijde. De vangsten van
vandaag tonen aan dat er grote verschillen bestaan in water, ook al staat dat
allemaal met elkaar in verbinding, en dat sommige snoeken al wel gepaaid hebben
terwijl het volgens de regelgeving daar nog geen tijd voor is. Ik weet van
andere vissers dat het laatste ijs in andere delen van Europa vaak het teken
voor de snoek is om de paai aan te gaan en zo dacht is er in Nederland
eigenlijk ook over, totdat ik afgelopen weekend, waarin ik de drie weekends
niet vissen vanwege de vorst, in één klap inhaalde, zowel “afgepaaide” snoeken
als snoeken die nog moesten paaien ving. Soms zelfs op dezelfde dag. Goed terug
naar de dag van vandaag. Ik wilde de zondag eigenlijk aanwenden om samen met
mijn vrouw de training voor de “elfstedenwandeltocht” weer voort te zetten.
Maar toen Popke van de week tot twee keer toe langs kwam om een afspraak te
maken, kon ik het voor elkaar krijgen om deze zondag over te slaan en te gaan
vissen. En de dag was het waard, schitterend weer, alhoewel het windje een klein
beetje harder had mogen waaien en ook de snoeken wilden aardig meewerken. Met
Popke heb ik altijd visdagen waarop iets bijzonders gebeurt. Eigenlijk gebeurde
dat gisterenavond al toen Popke me vroeg naar een zwarte Timber Tiger. Ik kon
hem alleen een nieuwe aanbieden die ik dan zelf met een, sorry voor de
merknaam, Edding 2000 en voor hem zwart kon maken. Dat was prima, als de plug
maar zwart was. Nu het lukt te me, in beperkt licht aardig om het ding zwart te
krijgen, maar in het heldere licht van vandaag kon je toch nog zien dan er een
groene kleur onder zit. Maar de snoeken maakte dat helemaal niets uit. Popke
scoorde de één na de andere snoek aan deze zwarte plug. Ook het Poolse
testmodel werd aan een snoekonderzoek onderworpen evenals de originele zwarte
timber tiger. Maar het ding van Popke voerde absoluut de boventoon. We visten
ook nog een aantal stekken met de verticaalhengel af. Op de fireball prijkte
een spiering. Popke ving op die manier een prachtige 102 cm “ afgepaaide” snoek. Ik denk dat hij haar liever een week
eerder gevangen had omdat dat in gewicht het nodige gescheeld zou hebben maar
de vangst was er niet minder bijzonder om. Ook scoorde hij op de terugweg nog
een prachtige snoekbaars op de, edding 2000 zwart permanent gekleurde, timber
tiger waardoor zijn dag weer helemaal goed was. We vingen 12 snoeken en een
snoekbaars.
https://youtube.com/watch?v=MKg9JLLjNns%3Fhl%3Dnl%26fs%3D1
25 feb 2012
“Sneon efkes te fiskjen?” luidde het SMS-je wat ik van Jacob
mocht ontvangen aan het begin van de week en daarmee was dan ook de afspraak
gemaakt voor vandaag. Na een schitterende dag gisteren was het vandaag nog
mooier weer. Een strak blauwe hemel en weinig wind luidden deze dag in. Maar al
snel wakkerde het windje wat aan waardoor er een mooi kabbeltje over het water kwam te staan.
Ik houd daar wel van een beetje wind over het water. Jacob en ik vertrokken
even na half negen en al snel wist Jacob zijn eerste twee snoeken te scoren.
Geen grote maar snoek is snoek denken wij dan maar. Ook ik mocht een snoekje
haken en toen het eerste dorp op onze route binnenvoeren was het wederom de
beurt aan Jacob. We besloten het dorp van enige hengeldruk te voorzien en dat
wierp zijn vruchten af. We scoorden regelmatig een snoekje maar we hadden ook
veel last van snoeken die slecht bleven hangen. Je hebt wel eens van die dagen
dat de snoeken schijnbaar wel agressief aanvallen maar dat ze vervolgens maar
moeilijk aan de haken willen blijven zitten. Zeker bij Jacob was dat het geval.
Zijn Aruku van Spro was in staat om menig snoek te verleiden maar evenzoveel
lossers te produceren. Niet te min is het een prima plugje en Jacob vangt er
veel aan. Zelf viste ik vandaag naast de vaste Timber Tiger met een een
testexemplaar uit Polen en een Poask Jointed van de hand van mijn vader. Alle
pluggen leverden snoeken op vandaag maar eerlijk is eerlijk, die Aruku
activeerde de meeste snoeken. Misschien ook wel door de super actieve manier
van vissen van Jacob. Hij beweegt de plug voortdurende en de ratel overstemt
dan soms het motor geluid. Op een bepaald moment losten we op nauwelijks
25 meter water vier snoeken achtereen. Dan begin je wel even je haken extra te
controleren maar het bleek overbodig, ze zijn wel scherp. We verkasten naar een
volgend dorp. De snoeken waren daar niet echt aanwezig. Gelukkig wist Jacob er
weer een et scoren zodat de reis niet te vergeefs was geweest. Op het “nieuwe”
watertje aangekomen brak de periode van echte lossers aan. Mooie vette kolken
en opspattende pluggen ten spijt, een knappe snoek konden we niet haken op dit
water. Toch was het weer Jacob, die nadat we even aan de kant hadden gelegen en
van een heerlijk kopje snert en een stukje vers gedraaide droge worst hadden
genoten, die een snoek scoorde. Toen werd het langzamerhand tijd terug te keren
naar Mantgum. We vingen er nog twee snoeken bij alvorens de we daar aankwamen.
Aan het einde van de dag toont de teller weer dubbele cijfers: 12 snoeken.
https://youtube.com/watch?v=isKuURnVsXE%3Fhl%3Dnl%26fs%3D1
24 feb 2012
“Kan het zondag al, denk je?” was zo’n beetje de tekst van
de email die van mijn vismaat van vandaag, Anne, op Valentijnsdag stuurde. Hij
doelde daarmee op de het weer ijsvrij zijn van het viswater op de eerst komende
zondag. Nu had het behoorlijk gevroren dus kon ik Anne met een gerust hart
melden dat we dat maar een weekje later moesten plannen. Aldus geschiedde en
dus visten vandaag op het water waar ik twee
weken geleden nog met Popke overheen schaatste. Maar tijden veranderen
gelukkig alhoewel ik geen hekel aan schaatsen heb. Ik was wel benieuwd naar de
ervaringen op een eerste visdag na een behoorlijke periode van ijs. Zouden de
snoeken het invallen van de dooi misschien ervaren als het startsein voor de
paai, spookte het door mijn hoofd. Ik
hoopte van harte van niet. Anne was om even voor negenen bij me en we visten
een kwartier later. We kozen de Swette in de richting van Sneek en het duurde
niet lang of Anne scoorde zijn eerste snoek. Anne en ik gaan al een tijd terug.
Ik ken hem al zo’n twintig jaar waarin we elkaar vooral troffen op het
hengelsportcentrum van wijlen Willem Zandstra. In zijn “Blikken Pleats” hebben
we menig mooi hengelsportavontuur zeg maar geëvalueerd! Maar ook aan de
waterkant en in later hengelsportevenementen kwamen we elkaar tegen. De laatste
jaren was het contact wat verwaterd en dus alle viel het gesprek vandaag niet
stil. Ook al omdat he niet in de aard van Anne licht om niets te zeggen. Kort
na de vangst van Anne scoorde ik mijn eerste vis. Dat leek erop. Redelijk snel
een tweetal snoeken dus wie weet zijn ze los vandaag. Erik, een collega van
Anne, en toevallig de jongeman waar ik op 14 januari nog was wezen vissen,
belde even met de mededeling dat hij er inmiddels drie had en dus waren we
hoopvol gestemd. Het duurde echter een hele tijd eer Anne weer een aanbeet
kreeg, helaas raakte deze zeventiger snoek los. We kozen een stukje water waar
we wat meer beschut konden vissen. Even later was het aan mij de beurt om een
snoek te lossen. De plaats waar dit gebeurde zou echter nog meer snoek
opleveren vandaag maar dat wisten we toen nog niet. Op de tweede trek ging er
zomaar weer een snoek aan mijn Timber
Tiger hangen en aan deze snoek was duidelijk te zien dat ze nog niet aan het
paaien toe zijn. Tijdens de derde trek door het dorpje werd mijn Timber Tiger
opgeslokt en viel mijn draad slap. Het beuken van een grote snoek werd meteen
duidelijk. Ik dril een mooie 106 cm snoek die ik gauw op een pond of
vijfentwintig schat. Het meetlint bleek onvindbaar maar nameten van de maat die
op de hengel genomen werd bracht de 106 cm naar voren. Anne miste nog een snoek
vlak voor een bruggetje. Ik scoorde wederom een mooie zestiger en daarna was
het de bijhengel, die op de plaats van de eerdere meter, krom ging staan. Anne drilde een mooi tachtiger snoek uit. Het
was tijd voor een bakje snert. De warme maaltijdsoep scherpte onze concentratie
weer naar topniveau en we konden weer aan de bak. We scharrelden nog een aantal
snoeken bij elkaar op de terugweg en zo kwam de teller op precies 10 snoeken te
staan. Voed daarbij een viertal lossers en we mogen niet klagen. Na het vissen
moesten we natuurlijk nog even de dag evalueren en onder het genot van een
biertje slaagden we daar uitstekend in. Anne zijn ”taxi” reed tegen half zeven
voor. Met de afspraak dat we elkaar deze zomer tijdens het zeebaarzen op
Vlieland zullen treffen namen we kort voor de klok van zeven uur afscheid van
elkaar. Anne bedankt voor een mooie dag!
https://youtube.com/watch?v=V02kHFAlcoY%3Fhl%3Dnl%26fs%3D1
4 feb 2012
“Der wie net ien te riden!” Met deze woorden sprak ik
tijdens een bakje koffie met Popke. We hadden een voornemen om even te gaan
schaatsen maar tijdens mijn ritje naar en van Leeuwarden terug naar huis had ik
geen enkele schaatser waar kunnen nemen op welk water dan ook. We besloten het
dan maar in de nieuwbouw te proberen, daar had ik al wel mensen zien
schaatsen. De vrouw van Popke, Wieke
maakte even een paar foto’s van haar veteranen en wij gingen op weg. Wij zijn
niet van die “helden”, dus als er geen schaatser voor ons is geweest, en lees
voor schaatser gerust het meervoud, dan schaatsen wij er niet overheen. Zo
waren we na het opbinden al binnen een kilometer aan het eerste, niet te
vertrouwen stuk toe. Klúnen dus. Tot twee keer toe en toen stonden we bij het
dorpshuis in Mantgum. Daar waren mensen druk aan het baanschuiven en één van
hen, Jan, vroeg ons waar de reis naar toe zou gaan. Ik had gehoord dat de
Swette tot aan het Weidummerhout schaatsbaar zou zijn en dus was dat ons doel.
Volgens Jan kwamen we niet verder dan het Heechhout aan het einde. Daar
aangekomen, klúnden we weer een meter en daar zagen we de eerste streken van
een aantal schaatsers al staan. We reden het eerste stuk en spraken twee
dorpsgenoten aan die wandelend naar het Weidumerhout en terug waren gegaan.
Vertrouwd? Ja ook de brug onder de Hêgedyk? Ook vertrouwd. We bedankten Peter
en Aukje en schaatsen vol goede moed naar de Swette. Daar aangekomen konden we
aan de sporen al zien dat we zeker niet de enigen waren die even wilden schaatsen.
De eerste die we tegen kwamen stond op de kant. “Wêr kommem jim wei?” was de
vraag. Popke, adrem als altijd antwoordde dat wij uit Dokkum kwamen. ”Nee
wol?”, vroeg de man vol ongeloof waarop Popke antwoordde dat het niet
noodzakelijkerwijze vandaag hoefde te zijn. “Tot aan Mantgum is het wel
vertouwd!”, twitterde dit bericht zich over de Swette. Een kleine vijfhonderd
meter verder hoort Popke zijn naam roepen. (moet een facebooker zijn geweest.) Ik ben dat inmiddels wel gewend, veel mensen
kennen hem en de volgende tweet werd even uitgewisseld, “Wij komen van Sneek,
via de Âldfeart. De re-tweet informeerde hen over de zijvaart naar Reduzum waar
nog geen streek op stond. Bij
Easterwierrum ontwaarden we een heuse baanschuiver en hierdoor wisten we dat de
brug betrouwbaar was. Even later sloegen we links af en klúnden weer een klein
stukje over de sluis. Daar vlogen de tweets en re-tweets over en weer en zo
wisten wat ons globaal te wachten stond. Niets spannends gelukkig. De Âldfeart
bracht afwisselend geveegde en niet geveegde stukken. Een tweetal facebookers
wisten Popke weer te herkennen. Bij Ids en Annie was het verdacht stil achter
de boerderij maar vlak voor Poppenwier, ontwaarden we een heuse koek en zopie.
Popke en ik, die beiden niet gerekend hadden op het feit dat we überhaupt zo
ver zouden komen hadden wel zin in wat, maar beide geen cent te makken. Dus
schaatsten we nog een stukje door in de richting Sneek. Totdat we beiden vonden
dat we maar terug moesten gaan. “Foar de wyn is elst in hurdrider!” (Voor de
wind kan iedereen hard schaatsen) ,luidt een mooi Fries spreekwoord en Popke en
ik deden ons best. Daardoor gingen we beiden twee keer gruwelijk op onze plaat
maar dat mocht te pret niet drukken. Genietend van het schitterende weer, het zo
nu en dan schitterende ijs, de tweets en re-tweets zonder internet, schaatsten
we terug. In Mantgum aangekomen troffen we onze klompen aan op de plaats waar
we ze hadden achtergelaten. Mijn Zweedse klompen stonden nog keurig op de oude
stalen schouw en de Scharjon klompen van Popke op het ijs bij de boeg. In zijn
klompen prijkte een briefje: “Pankoeken en poeiermolke op 57.” Een mooier besluit
van een klein schaatsavontuur kon er niet zijn.