Het vroeg als ik opsta. De wekker toont even voor zessen en als je dat tijdstip vergelijkt met de tijden van afgelopen weken dan ben ik op deze visdag vroeg op. Dat heeft wel een reden. Ik moet vandaag een stukje rijden alvorens te kunnen vissen. Vandaag stap ik bij Paul Korver in de boot. Om even over achten parkeer ik mijn auto tegenover die van hem en laad ik de meegebrachte spullen over. We gaan de boot halen en zijn om even over half negen bij de trailerhelling. Trailerhelling? Ja er blijkt er één te zijn maar één of andere onverlaat heeft er een hele berg zand voor neergelegd zodat we niet kunnen traileren. Gelukkig is er een alternatief. De plaats waar Paul dat vroeger ook altijd deed toen hij nog niet wist dat er een trailerheling was. Paul haalt het zelfs nog even aan. Je rijdt 50 of 60 kilometer en weet dan feilloos de hellingen te vinden en nauwelijks 10 kilometer buiten je eigen dorp weet je het niet eens. We laten de boot over een grasveldje te water. Een man komt aangelopen en merkt op dat het wellicht beter zou gaan op de trailerhelling een stukje verderop. Omdat de man het oprecht meent bedank ik hem vriendelijk voor de tip en vertel hem dat het daar vanwege een berg zand nu even niet gaat. Enfin, eindelijk gaan we vissen. De polder waar ik al twee keer eerder met Paul gevist heb ligt er mooi bij. Wel staat er een harde wind, dwars over het water wat het vissen met de elektromotor vrijwel onmogelijk maakt. We draaien van de hoofdvaart af en al snel zoeken we een beetje beschutting tussen de huizen. Snoeken en snoekbaarzen hebben alle begrip voor het feit dat we even moeten bijpraten maar na een paar keer over een stukje heen en weer te zijn gevaren is er dan toch een aanbeet. Helaas wordt de vis niet gehaakt maar er was even actie. Weer een aanbeet en wederom een misser. Er gebeurd tenminste iets. Dan is het eindelijk raak en wordt de eerste vis geland. De hatelijke nul is weg. Na een foto draaien we nog een paar keer over het zelfde stukje water en zowaar vangen we nog een snoek. Even snel geteld hadden we nu vier kunnen hebben. We verkassen naar een volgend stukje water. Daar hebben we al eerder resultaat geboekt (23 dec 2005) maar snoeken zijn daar nu niet te bekennen. Ik haak nog een blei in de rug maar daar blijft het dan ook bij. We verkassen naar een volgend stukje water maar het blijft allemaal angstvallig stil. Aangekomen op het laatste stukje krijgt Paul nog beet en de vis lijkt even op iets groots. We zien er echter niets van en de lepel schiet weer los. Paul denkt aan een vals gehaakte vis. De regen dreigt nu echt te gaan vallen en we besluiten er een einde aan te maken. Op de valreep lijkt Paul alsnog een snoek te kunnen scoren maar ook deze vis blijkt niet plakken. Soms heb je van de dagen. Zeven aanbeten, twee snoeken en een blei.