Geplaatst op Geef een reactie

15 november 2009

Dit weekend is er niet veel van vissen gekomen. Een opkomende verkoudheid maakte dat ik gisteren, naast diverse andere zaken niet de gehele dag op het water wilde zitten. Maar ook vandaag was er een beperkende factor namelijk een verjaardag. Sommige dingen kun je niet omheen. Geen probleem. Gelukkig kan ik snel even een paar uurtjes vissen als ik dat wil. En dan op de manier die het dichts bij de wortels van mijn kunstaasvisserij ligt. Spinhengel, laarzen, etuitje met spinners etc. en over een hek de polder in. Ik besluit een spinnerbaits van 7 gram aan te binden en deze eens zwemles te geven in de poldersloot nabij de ijsbaan in Mantgum. Ik had daar nog nooit gevist en bij dergelijk water loop ik dan eerst eens de “hotspots” af. Duikertje hier, zijvaartje daar, rietkraagje zus en kroosbedje zo. Het viel me op dat het water naarmate ik het punt van terugvissen naderde steeds troebeler werd. Ook viel de waterdiepte me tegen maar in de wetenschap dat een metersnoek nog altijd maar een goede 20 cm hoog is volharde ik in mijn pogingen. Ik heb namelijk al menig verrassing in dergelijke slootjes aangetroffen. Slootjes waar ik in vroegere tijden in het bezit van een polsstok van 450 cm lachend over heen zou springen hebben me vaak genoeg snoeken van formaat opgeleverd. Tegenwoordig is er geen polsstok van deze lengte meer waaraan ik met mijn lichaamsgewicht nog mee durf te springen. Nog afgezien van de aanslag op je gestel die een dergelijk sprong met zich mee zou brengen. Ik vis dus de kansrijke plaatsen af maar kan geen enkele aanslag bespeuren.

Geen kolkje en ook geen wegspringende andere vis. Ik staak mijn poging dus binnen een goed half uur en stap weer over het hek. Ik maak een praatje met twee dorpsgenoten die “hun” rondje Jorwert er al weer op hebben zitten en vis het stukje water nabij het station af. Het duurt niet lang of de eerste snoek heeft de spinnerbait gegrepen. Ze meet 54 cm en heeft een beschadiging bij de staart. Ik fotografeer het beest en denk haar te herkennen. De volgende worp levert wederom een snoek op maar deze is beduidend kleiner. Tegen de 40 cm schat ik. Zo’n exemplaar met van die superscherpe kleine tandjes die net even de duim van mijn linker hand toucheren. Ik schrik en pak de snoek even in de andere hand waarbij mijn ringvinger ook beschadigd raakt. Ik fotografeer deze snoek ook en zet ook deze terug. Het bloed druipt aan alle kant van mijn handen en hengel af en dus besluit ik met vissen te stoppen. Thuisgekomen vraag ik mijn jongste dochter even een foto te maken van mijn onkunde, waarvan acte. Twee snoeken in anderhalf uur.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *