Geplaatst op Geef een reactie

24 april 2011

Hoewel ik er eigenlijk een gewoonte van maak
om na iedere visdag een verslagje en een filmpje te produceren, kon ik dit van
de week niet uitvoeren. Te tijdverslindend zullen we maar zeggen. Dat kwam
omdat er van de week te veel vismomenten waren. Ik ging op de dinsdag en ving brasem, voorn en blei
maar geen karper. Op de woensdagavond kon ik niet maar Popke nodigde vismaat
Geart uit hem te vergezellen. Geart kreeg onmiddellijk last van het karper
virus en kocht de volgende dag meteen een karper hengel.

Op de donderdagavond visten we met zijn
drieën. Het duurde niet lang of de eerste vissen werden gevangen. Wederom leken
brasems en blei de enige vissen die we konden vangen. Tot die ene opsteker!.
Mijn pennetje schoot mooi weg en ik sloeg hard aan. De weerstand die ik voelde
gaf onmiddellijk aan dat het om een karper ging. Geart en Popke reageerden op
mijn roepen en kwamen met het schepnet aangelopen. Ik bleef zitten en probeerde
de karper onder de brug vandaan te krijgen. Dat koste me de nodige moeite. Voor
mijn gevoel duurde het erg lang voordat we überhaupt eens ene glimp op konden
vangen van de vis. Er kwamen alleen kolken boven water maar geen vis doorbrak
het wateroppervlak. Ik begon te vermoeden dat het om een grote vis ging. Na de
tijd blijkt op de video dat er tussen met moment van aanslaan en het in het net
belanden van de vis, een goed twee minuten zit, maar op het moment lijkt het
erg lang te duren. De karper, een mooie schub, was vals gehaakt in de bovenste
straal van haar staartvin. Daarom wilde de vis niet boven komen. Snel
onthaakten we de vis en Geart schoot een paar plaatje van mij met het beest.
Puntgaaf en de eerste karper in de buurt van de dubbele cijfers. Sorry, ik meet
en weeg slecht, het gaat om de beleving! Verder vingen we die avond geen karper
meer. Het begon te stromen en dat kwam de vangsten niet ten goede. Popke
scoorde nog een mooie aal! Schijnbaar is het kuit van de, om ons heen paaiende
brasem, zodanig eetlust opwekkend voor een dergelijke alleseter, dat een maïskorrel ook niet te versmaden is. Bijvangst dus.

Op de vrijdagavond waren weer met zijn drieën.
De wind was gedraaid naar het noordoosten en wakkerde mooi over de stek. Ik was
optimistisch. Het paaien in de sloot was bijna afgelopen. Ik besloot op de
andere stek te beginnen. Popke scoorde al snel een blei en ik even later ook.
Maar daarna was het beduidend minder dan de avond hiervoor. Natuurlijk meet je
dat ook af aan het niet vangen van een karper op deze avond maar ook de brasem.
Blei en voorn waren beduidend minder goed te vangen dan voorgaande avonden.
Voer lag er genoeg dus daar kon het niet aan liggen. Misschien lag er zelf te
veel voer. Ik besloot aan het einde van de avond mager te voeren en te kijken
hoe het op zaterdagavond zou zijn. Geart en ik vissen dan samen.

Nadat is ’s middags nog even wat voer gekookt
had stond Geart om even voor zeven bij mij voor de deur. Mijn barbecue moest
nog zakken en bij Geart zat de smaak van de reerug nog heerlijk in de mond. Op
de stek aangekomen de hengels geaasd en stijf tegen de dukdalf aan mijn aasje
te water gelaten. Het weer is rustig, de wind is beduidend minder en de moeder
eend die ik gisteren spotte, heeft haar plaats op het nest weer ingenomen. De
pennetjes van Geart en mij verdwijnen regelmatig onder water maar niet door
aanbeten van karper. Het zijn alleen maar bleien en Geart vangt er nog een
paling bij.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

17 april 2011-1

Het was op zaterdagmorgen. Mijn telefoon meldde en SMS. Het
was Popke. De tekst van het sms’je luidde, spiegelkarper. Helaas was ik op
vrijdag en zaterdag bezig met andere zaken dan vissen en het was twijfelachtig
of ik op zondag wel zou kunnen vissen. Vandaar dat ik mijn laatste blog afsloot
met de mededeling dat Popke het maar moest proberen het weekend. Dat deed hij
en de spiegelkarper van 52 cm was de eerste gehaakte karper op de stek. Dat
geeft de burger moed. Voor mij alle reden om te streven naar, het nog even
kunnen vissen op zondag. Dat lukte en om 07.00 uur reden we naar de stek. Daar
plaatste Popke zijn pennetje net voorbij de dukdalf terwijl ik tegenover hem
plaatsnam en stijf tegen de paal mijn pennetje liet zakken. De camera’s had
tevoren een plaatsje gegeven zodat we iedere aanbeet en mogelijk vangst in
iedere geval konden registreren. Het was Popke die als eerste beet kreeg, mis.
De nieuw geaasde haak werd op dezelfde stek neergelaten. Niet veel later volgde
weer een aanbeet. Massief!…… Voor het vervolg van de aanbeet kunt u het
beste naar mijn vorige filmpje kijken. (Ik moest wel even een piep in mixen.) Bij
mij werden de vissen nu ook wat actievere en al snel ving ik achter elkaar een
ruisvoorn, blankvoorn, blei en een brasem. De volgende kon alleen nog maar een
karper zijn ging er door mijn gedachten. De brasem die ik daarna ving,
overigens dacht ik natuurlijk eerst aan karper, was wel een bijzonderheid. De
beschadiging nabij de staart leek het meeste op een verwonding door een snel
draaiende schroef. De wijze waarop het
geheeld was is demonstratief voor de veerkracht waarmee vissen kunnen
herstellen van hun verwondingen. Ik probeerde het even aan de andere kant maar
hoewel de wind miniem was, voelde het daar een stukje kouder aan. Maar bovendien
bleven alle aanbeten daar uit. Vlak voor het veranderen van stek had ik op de
oude stek nog een klein handje mais als voer achtergelaten. Ik besloot te
kijken of daar inmiddels al vis op aangekomen was. Ik liet mijn pennetje zakken
en bijna onmiddellijk kreeg ik een aanbeet. Na de aanslag wist ik het:
“Karper!” De eerste van het seizoen voor ondergetekende. De tweede van de stek,
naast twee missers. Ik drilde de vis uit, terwijl Popke met het schepnet aan
kwam lopen. Daarna foto’s en toen weer terug. We besluiten tegen koffietijd
weer thuis te zijn en het vanavond nog eens te proberen. Dat verslag volgt dus
later. We hebben karper!

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

12 april 2011

Berichtte ik van het weekend nog dat we de voercampagne nog
een tijdje vol wilden houden, vanavond was het mijn voerbeurt. Omdat ik nog wel
een uurtje kon vissen nam ik een hengeltje en een klein thermoscannetje mee.
Popke had ik vandaag nog een sms gestuurd maar helaas kon hij vanavond niet
vissen. Ik voelde me een beetje een stekkenpezer toen ik mijn pennetje te water
liet bij de dukdalf waar Popke normaal begint. De harde wind maakte het flink
kouder dan gisteren. Het snug jack kwam weer eens goed van pas. Een aanbeet
volgde al snel. De blei die ik ving was van behoorlijk formaat. Hoewel het op
de video langer duurt dan voor het gevoel, kreeg ik na het terugzetten vrij
snel weer beet. Ik sloeg aan, had contact, zag een machtige staart en loste de
karper die mijn maiskorreltjes had gegrepen. De video registreerde teleurstelling.
It’s all-in the game.” Ik mis de
eerste karper aanbeet van het seizoen! Zet het geluid in het midden van de film maar wat harder. Maar het positieve is dat ze op de stek
komen. Alle reden voor Popke om het in het weekend te proberen. We houden u op de hoogte.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

9 april 2011

Een hectisch weekje zorgde ervoor dat ik maar
nauwelijks mijn voerschema vast kon houden en van vissen kwam er van de week al
helemaal niets. Vandaag moest het dan maar gebeuren maar ook nu zat er niet een
hele dag vissen in. Zowel Popke als ik hebben naast het vissen nog
beslommeringen genoeg op nazorg gebied en dies meer. De wind draaide naar de
noordhoek en dan weet je het vaak wel. Toch probeerden we het vandaag een uur
of vier op de aangevoerde stek. Schuilend tegen de koude wind was het in het
zonnetje goed toeven. Op de windkant kon de jas maar gevoeglijk aangetrokken
worden. Al snel kregen we de eerste aanbeten. In vlot tempo werden er
verschillende vissoorten gevangen: Brasem, blei, voorn, ruisvoorn en baars.
Maar van karper was niets te merken. Een andere (bijzondere) vangst waren twee
(schele) possen. Daar hebben we natuurlijk iets mee omdat de Friese naam Poask
is. Maar over de pos zou je een heel verhaal kunnen schrijven. Het woordje
schele wat ik tussen haakjes schreef geeft al aan dat het niet een populaire
vis is. Ik denk terug aan vroeger toen we in het Prinses Margriet kanaal bij
Grou op paling zaten te vissen. De pos was toen een “ergerlijke” bijvangst.
Meestal liep het met deze beestje niet al te best af. Maar het was voor mij
echt enkele jaren geleden dat ik twee possen achter elkaar ving. Waar zijn ze,
hoe gaat het eigenlijk met de pos, waren de gedachten die door mijn hoofd
dwaalden? Dat het nooit een populaire sportvis zal worden is duidelijk. Ze
worden niet groot, hebben nauwelijks vechtlust en hebben een aantal stekels die
je nijdig kunnen prikken. Eenmaal in de hand zet de pos zijn kieuwdeksels uit
om zich groter te doen lijken dan hij daadwerkelijk is. In het mooie zonlicht
straalt een schitterende kleurenspectrum van het visje af. Ik tracht het te
vangen met mijn camera maar realiseer me dat de twaalf miljoen pixels hiertoe
waarschijnlijk niet is staat zullen zijn. De scherpe randjes van het
kieuwdeksel mijdend leg ik het visje op mijn hand en maak een foto. Pos, post,
poask, schele pos, snotter poask, ruffe, pope, kaulbarsch, gremille en acerina.
Allemaal namen voor dit schitterende visje. De laatste vijf benamingen vind ik
in een culinair woordenboek. Er zullen dus vast recepten bestaan. Ik weet dat
ze als aas uitstekend zijn voor paling en snoekbaars maar omdat het een lid is
van de baarzen familie zullen ze vast ook wel te eten zijn. We vangen dus
vandaag geen karper. Besluiten het voeren nog een weekje vol te houden en keren
om half acht huiswaarts.

<!–
WriteFlash('’);
//–>

Geplaatst op Geef een reactie

3 april 2011

Dan is ineens het seizoen voorbij.
Snoekbaarzen, baars en snoeken krijgen rust. Ze gaan voor het nageslacht
zorgen. En wij, wat doen wij nu? Dit is de tijd om wat onderhoud te plegen en
je hengels eens na te kijken. Trek even een nylon kousje door de ogen van je
hengels en kijk of er rafels ontstaan. Voorzie je molens, na een
reinigingsbeurt, eens van een drupje olie of een likje vet. De hengels zelf
reinig ik eens met een beetje lauw water en een beetje groene zeep. Na de tijd
poets ik ze met turtle wax. Niet dat het echt nut heeft maar je kijkt wel je
hele hengel even na. Bovendien wateren ze dan straks mooi af. Ook je kunstaas kan allemaal even nagekeken
worden en van bijvoorbeeld nieuwe haken worden voorzien. Heb je dat allemaal
gedaan dan kun je de bakens verleggen. Ik doe
dat natuurlijk op twee fronten. Als eerste nazorg in het veld. De andere
is het vissen op karper. Jaren lang op een laag pitje gestaan maar nu moest het
er maar weer eens van komen. Nu is het zo dat ik van penvissen niet een
wetenschap wil maken. Dus een beetje mais gekookt, wat hennep erbij en het
geheel voorzien van een beetje vanille geurstof. Dat drop ik op de beoogde
plekken en houdt die een beetje bij. Niet volgens een vast voerschema maar als
ik ga vissen en zo nu en dan een beetje tussendoor. Als aas gebruik ik zoete
mais, een broodvlok, soms een piertje. Zijn er aardappels over dan gaan die
niet weg. Zij vinden hun weg naar de karper tas. De eerste keer voeren was
trouwens wel een verhaal apart. We hadden een receptie en het kledingvoorschrift
luidde: Gala! Op de terugweg kwam ik langs de beoogde stek en dus kon ik mooi
even van de gelegenheid gebruik maken om een paar handjes voer te strooien.
Voor de neutrale omstander moet dat er wel grappig hebben uitgezien. Iemand in
gala, paarse vlinderstrik met cumberband, zwart pak en hoogglans lak schoenen.
Stopt bij een brug, haalt een wit zuurkoolvat achter uit de auto, verwijderd
een manchetknoop, stroopt een mouw op en begint voer te strooien. Vervolgens
stap hij weer in de auto en verdwijnt. Gelukkig was het al mooi donker zodat de
kans op zicht klein was. Vandaag dus de eerste poging gewaagd. Popke en ik in
een andere discipline met maar een doel, een kaper vangen. Grootte, lengte,
gewicht van ondergeschikt belang. Scherp vissen met een exact uitgelood
pennetje. Bij de geringste opsteker aanslaan.
Voor het eerst filmen we nu ook deze visserij. De camera registreert
alles. Voorbij vliegende eenden en futen die zich over het water verplaatsen.
Ook een aantal aanbeten van brasem, blei en een baars. Karper laat zich nog
niet zien maar we voeren nog even een beetje aan het einde van de dag in de
hoop dat ze spoedig komen.

<!–
WriteFlash('’);
//–>