De korte week bracht al snel weer weekend. Op de zaterdagmiddag met Popke afgesproken het, inmiddels twee weken uitgestelde, loopje op de zondagmorgen nu daadwerkelijk te gaan maken. De vorige twee zondagen waren vanwege mist in de ochtend afgelast. Bovendien is het kaatsseizoen weer begonnen en dat neemt ook tijd. Toch werd het weer eens hoog tijd om te vissen en andere vormen van natuurbeleving op te pakken. Het voeren de gehele week ’s avonds volgehouden en dus moest het er op de zaterdagavond maar eens van komen. Onder het geluid van de stoomfluit van de trein die in het kader van het zogenoemde stoomweekend tussen Sneek en Stavoren rijdt, mijn spulletjes opgepakt en aan de vaart gaan zitten. Je kon er natuurlijk donder op zeggen dat meer mensen stonden te kijken naar het passerende stoomgeweld. Vandaar dat ik enigszins hectisch begon met publiek op de achtergrond. De honden kregen bovendien nog eens extra frisse lucht. Nauwelijks vijf minuten na het deponeren van de met maïs geaasde haak schoof de pen mooi weg. Een brasem kon ik aan de kant van de haak bevrijden. Het resultaat van een kleine voercampagne verklaarde ik de snelle aanbeet aan de omstanders. Had ik mijn mond maar gehouden want het duurde daarna twee uur eer ik weer beet kreeg. Wel een klein beetje een bijzondere vangst alhoewel ik later op de site van sportvisserij Nederland las dat het dus wel vaker voorkomt. Het is een kolblei hybride! Een kolblei met rode vinnen aan borst en buik. Mogelijk een kruising tussen een ruisvoorn en een kolblei dus. Daarna bleef het stil en aangezien het er niet warmer op werd hield ik het voor gezien.
Op de zondagmorgen stap ik om even over half zeven bij Popke in de auto. Het hele dorp is waarschijnlijk wakker van de twee stoomfluit stoten die de locomotief produceert als hij vertrekt van het station. Onderweg vanuit de remise in Leeuwarden en op weg om vandaag ook weer talloze passagiers de ervaring van het reizen met een stoomtrein te doen toekomen. Stampend spuwt de schoorsteen zwarte rookwolken omhoog. Met een toenemend ritme aanvaart de trein zijn weg naar Sneek. <!–
WriteFlash('http://foto.poask.com/#28‘);
//–>http://foto.poask.com/#28
Aangekomen bij het “veld” zien we dat er veel bewerking heeft plaatsgevonden. Kieviten zijn doorzetters. Ze zijn opnieuw begonnen. Wij zijn er om de vogels te tellen en niet om de nesten te vinden. Een loopje levert, naast wat krakeenden en een roepende koekoek (regen in aantocht?) een tiental span kieviten, twee span grutto en een drietal paartjes leeuweriken. We zien nog een gele kwikstaart. Op naar het volgende perceel doen we waarnemingen die nadien prima te correleren zijn met eerdere waarnemingen. Een buizerd slaat haar machtige vleugels uit als we haar ongewild van het nest jagen. Even twijfel ik maar gezien de dikte van de boom en de dito takken is klimwerk onbegonnen werk. Geen foto van de buizerd dus. We maken ons loopje af en keren terug bij de auto. Genieten van een kopje koffie kijken we rond. Op een paal naast ons zit een klein vogeltje dat we eerst determineren als tapuit maar we twijfelen. We zijn er zeker van dat het geen tapuit is maar wat dan wel? Een foto moet later als vergelijkingsmateriaal dienen bij het doorspitten van de vogelgids. Ik houd het op een paapje! De lepelaars in het volgende gebied zijn gasten die we voor het eerst waarnemen alhier. De maïs komt reeds op en dat maakt dat we gunstige gevoelens hebben bij het volgroeien van de legsels op dit stuk land. Ook op de volgende stukken blijkt weer eens hoe flexibel sommige vogelsoorten zijn. We vinden diverse scholeksternesten met eieren. Als klap op de vuurpijl treffen we het nest van een grutto aan waarvan de eieren allemaal op het punt van uitkomen staan. Een snelle kiek en dan wegwezen. Na nog even een blik over het nazorg veld ben ik om even voor twaalven weer thuis. Het extra moederdagcadeau bestaat uit onderweg opgepikte grillige boomstronken die in de tuin zo mooi staan.
Na een barbecue op de namiddag zit ik ’s avonds nog even met mijn oudste dochter aan het water. De koude noorden wind maakt dat het geen lange avond wordt. Popke komt nog even kijken. Bij het noemen van de naam “paapje” knikt hij onmiddellijk bevestigend. Ook hij vindt het koud en keert snel huiswaarts. Wij houden het nog een uurtje vol maar ook dan vinden we het wel mooi geweest. Eén simpele brasem komt er even boven het wateroppervlak. Het maakt me niets uit, vissen met je dochter is sowieso onbetaalbaar!
Ha die Hans, prachtig exemplaar gevangen op de gevoelige plaat. Jij vermoede het al en Popke heeft helemaal gelijk het is inderdaad een paapje en wel een mannetje.
Hij overwintert in Afrika en is hier op vakantie van april tot en met oktober, een mooier vakantie (Fries) land had hij niet uit kunnen kiezen.