Geplaatst op Geef een reactie

1 november 2004

Na zo’n weekend vissen heb je het even helemaal gehad en ga je gewoon even vissen voor de ontspanning. Samen met Cock even een paar uurtjes staan gooien met je kop in de polderwind. Resultaat 5 snoeken en drie baarzen. Frappante was dat de eerste snoek ook meteen de grootste was met 93 cm. Gevangen aan, wacht dacht u, PAKO-S. Dergelijke snoeken drillen aan een 10 grams spinhengeltje blijft hengelsport in optima forma.<!–
WriteFlash('http://foto.poask.com/#7‘);
//–>http://foto.poask.com/#7

Geplaatst op 2 reacties

1-1-2009

Stofwolken onder het ijs,

Laat ik beginnen met u het beste te wensen voor het komende jaar. Het vorige jaar ligt krap achter ons en het einde was niet echt visbaar. Hard water waar zeker met een spinner niet door heen te gooien was. De diverse “weerprofeten” van alle commerciële en niet commerciële omroepen voorspelden reeds ver te voren deze vorstperiode. Bij mij begint dan ergens achter in mijn hoofd zo’n klein kereltje te roepen dat ik “hem” nog een keer moet doen. U begrijpt dat het over die wereldberoemde schaatstocht gaat. De vereniging die deze tocht organiseert bestaat bovendien 100 jaar en waarom zou Thialf zijn baas niet kunnen overreden geen donderklappen, maar vorst ten toon te spreiden, als kers op de verjaarstaart van deze vereniging.

De ijsbaan mocht al een paar dagen op mijn aanwezigheid rekeningen en menig kilometer zit reeds in de benen. Het buitenwater daar is nog wat mee. Ik kan slechts waarnemen en voorzichtig proberen of het houdt. Zodoende nam ik op enig moment het besluit en ik waagde de stap op het ijs achter mijn woning. Vanaf het gemaal liep ik enigszins onwennig over het gladde oppervlak dat het zo vertrouwde viswater bedekte. Een metertje uit de kant in eerste instantie. Het is hier dan wel niet diep maar ik kan uit ervaring melden dat dergelijk water erg koud, adembenemend koud is. Na enige honderden meters afgelegd te hebben durfde ik verder naar het midden te gaan. Ik liep nu echt op het ijs. Zwart, glashelder ijs met een enkel gasgat. Ik nader de oude schouw van achterbuurman Popke en zie door het heldere ijs de schim van een snoek onder het ijs als deze geschrokken bij me wegdraait. “Ze zijn er nog!”,springt mijn hart op.

Na de middag loop ik samen met mijn jongste dochter het zelfde stuk. Het is vertrouwd. Het spoorgat herbergt nog een aantal snoeken waarvan mijn dochter er één opmerkt. “Stofwolken onder het ijs”, roept ze als ze het, door wegspurtende snoeken, opgeworpen slib onder het heldere ijs waarneemt. Zo blijven de snoeken, weliswaar gescheiden door een ijslaagje, toch een beetje deel uitmaken van mijn wereld.

Popke verraste me nog diezelfde dag met een lekkernij. Tige tank. We genieten er als gezin allemaal van. Bijgaand een foto.